Faktor herfst 2020
4 herfst 2020 | Faktor Pepijn In de Faktor schrijft Miranda Posthouwer over haar zoon Pepijn van 6 jaar. Hij heeft ernstige hemofilie A. Pepijn heeft al veel meegemaakt. Zo heeft hij een tijdje een remmer gehad, maar gelukkig is hij daarvan af. Miranda en Allert, de vader van Pepijn, prikken zelf drie keer per week thuis. Pepijn heeft ook nog een oudere broer van 9 jaar, maar die heeft gelukkig geen hemofilie. Dit keer schrijft Miranda over het prikritme en het vergeten van een dosis. Het gaat goed met Pepijn en zijn hemofilie. Het prikken doen we zelf en dit gaat over het algemeen goed. Leuk zal het nooit worden maar hij werkt meestal mee en wij prikken bijna altijd raak. Hij zit nu in groep 3 en heeft een juf die hij al kent. Dat is fijn, want door corona mogen we de school niet in. Zij is op de hoogte van zijn hemofilie. Toch blijft het ook voor haar zoeken wanneer ze moet bellen. Zo werd ik de eerste schoolweek gelijk drie keer gebeld omdat Pepijn met iemand gebotst of gevallen was. Gelukkig was er al deze keren niets loos. “Liever te vaak dan te weinig bellen”, zeggen we dan altijd tegen haar. Omdat het zo goed gaat, vergeten we weleens dat Pepijn ‘wat’ heeft. Er is niks aan hem te zien en hij doet alles mee. Zodra we iets anders doen, buiten ons normale (prik) ritme, wil het dan weleens misgaan. Zo vergaten we in de vakantie meerdere keren welke dag het was en kwamen we er later op de dag achter dat we hadden moeten prikken! Onderweg naar het pretpark Een andere keer dat we zijn medicijn vergaten, was onderweg naar een pretpark. Die dag hoefde hij niet te prikken, maar de dag erna wel. We zouden die nacht “Omdat het zo goed gaat, vergeten we weleens dat Pepijn ‘wat’ heeft.”
RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=