Een bloedplaatjestransfusie betekent dat je via een infuus bloedplaatjes (trombocyten) krijgt toegediend. Dit duurt ongeveer 30 tot 60 minuten. Bij zeer ernstige bloedingen is het soms nodig om iemand op te nemen in het ziekenhuis en meerdere dagen plaatjestransfusies toe te dienen.
De behandeling is geschikt bij alle soorten plaatjesstoornissen. Je kan de behandeling krijgen om bloedingen te voorkomen, bijvoorbeeld voor een operatie, ingreep of juist voor de behandeling van een (spontane) ernstige bloeding.
Wanneer je vaker transfusies krijgt, kan je lichaam antistoffen maken tegen de bloedplaatjes van andere mensen (donorbloed). De behandeling werkt dan niet goed meer. In Nederland worden bloedplaatjes soms geselecteerd om de kans op antistoffen kleiner te maken. Dit worden bloedplaatjes met geselecteerde humane leukocytenantigenen (HLA) genoemd. Bij sommige mensen is een goede HLA-match van bloedplaatjes nodig om te voorkomen dat de bloedplaatjes te snel worden afgebroken.
Een plaatjestransfusie is afkomstig van donoren. Bloedbank Sanquin is verantwoordelijk voor het inzamelen en bewerken van bloedplaatjes. Er geldt een strenge selectie van donoren en keuring van het product. Als iemand bloed doneert, wordt het later in het laboratorium gescheiden in rode bloedcellen, plasma en bloedplaatjes en wordt het gezuiverd. Er worden meestal bloedplaatjes van meerdere donoren samengevoegd tot één zakje. Bij een HLA-match komt het zakje met bloedplaatjes van één donor.
Meer weten? Lees meer informatie in de verschillende folders van Sanquin.
Een bloedtransfusie betekent dat je via een infuus bloed (of rode bloedcellen) krijgt toegediend van een donor. Dit duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Bij ernstige bloedingen krijgt iemand met een plaatjesstoornis naast een transfusie met bloedplaatjes een transfusie met rode bloedcellen.
De behandeling is geschikt bij alle soorten plaatjesstoornissen. Bij een bloedtransfusie wordt niet de bloeding behandeld, maar de gevolgen daarvan. Bijvoorbeeld als je een te laag hemoglobine (Hb) in je bloed hebt door ernstig bloedverlies. Wanneer je Hb laag is, kan je lichaam zuurstof niet goed meer naar belangrijke plekken in je lichaam brengen. Als je een bloedtransfusie krijgt, wordt er van tevoren gecontroleerd welke bloedgroep je hebt om er zeker van te zijn dat het donorbloed geschikt is voor jou. Wanneer je vaker transfusies krijgt, kan het lichaam antistoffen aanmaken. Op termijn werken transfusies dan niet (goed) meer. De behandelaar is daarom terughoudend met het toedienen van transfusies. Het wordt daarom alleen gegeven bij (zeer) ernstige bloedingen.
Een bloedtransfusie is afkomstig van donoren. In Nederland is het doneren van bloed alleen mogelijk op vrijwillige basis. Bloedbank Sanquin is verantwoordelijk voor het inzamelen en bewerken van bloed en levert dit aan ziekenhuizen. Voor bloedproducten geldt een strenge selectie van donoren en keuring van het product.
Meer weten? Lees meer informatie in de verschillende folders van Sanquin.
Soms kan behandeling met recombinant factor 7 (VIIa) helpen om een bloeding te stoppen. Deze behandeling wordt ook gebruikt als verwacht wordt dat een bloedplaatjestransfusie niet goed zal werken door antistoffen. Soms kiezen artsen voor deze behandeling om een plaatjestransfusie te vermijden om te voorkomen dat er antistoffen worden gevormd.
Bij factortherapie wordt stollingsfactor VIIa met een injectie in de ader gebracht. Door deze factor toe te dienen, wordt er trombine gevormd. Dit activeert bloedplaatjes en zet fibrinogeen om in fibrine. Zo kan het lichaam een bloedstolsel maken om de bloeding te stoppen. Als je weinig, of niet goed functionerende, bloedplaatjes hebt, werkt deze behandeling minder goed.
Er is een onderscheid in de bron van de stollingsfactor. Factor VIIa wordt verzameld uit gekweekte cellen die de stollingsfactor maken (recombinant). Er komt geen menselijk bloed aan te pas. Hiermee is er volledige controle over wat er gemaakt wordt.
Dit wordt vooral ingezet bij de ziekt van Glanzmann en het Bernard-Soulier syndroom. Je behandelaar kan je meer informatie geven.
Recombinant VIIa: NovoSeven® en Cevenfacta®
Tranexaminezuur (Cycklokapron®) zorgt ervoor dat bloedstolsels minder snel oplossen. Het beschadigde bloedvat krijgt zo de kans om zo te genezen. Het middel werkt vooral goed bij slijmvliesbloedingen. Denk aan mond-, neus- en keelbloedingen en hevige menstruaties. Tranexaminezuur wordt één tot twee weken gebruikt. Je gebruikt dit medicijn 2 tot 4 keer per dag (2 tabletten van 500mg), maar de dosering kan per persoon verschillen.
Tranexaminezuur is geschikt bij alle plaatjesstoornissen. Het middel wordt gebruikt bij de behandeling van een bloeding of uit voorzorg. Bij mensen met een plaatjesstoornis wordt het ook gebruikt voor de behandeling van grotere bloedingen. Het duurt even voordat tranexaminezuur effect heeft omdat er een stabiele spiegel van het medicijn opgebouwd dient te worden. Het middel mag niet gebruikt worden bij bloedingen in de urinewegen omdat het risico bestaat op het ontstaan van stolsels die de urinewegen afsluiten.
Tranexaminezuur is beschikbaar als tablet en als mondspoeling.
Meer weten? Lees meer informatie over het gebruik en de bijwerkingen op Apotheek.nl.
Desmopressine (ook wel DDAVP) is een lichaamseigen hormoon dat twee stollingsfactoren in het bloed verhoogt. Als deze twee factoren stijgen, werken de bloedplaatjes tijdelijk beter. Dit komt omdat de bloedplaatjes dan beter aan de vaatwand en aan elkaar ‘plakken’. Niet bij iedereen is het effect goed te voorspellen. Wordt DDAVP meerdere dagen achter elkaar toegediend, dan wordt het effect langzaam minder.
Bij de meeste milde plaatjesstoornissen, bijvoorbeeld bij Storage Pool Disease. Het werkt niet bij ernstige vormen zoals de ziekte van Glanzmann.
DDAVP is beschikbaar als toediening per infuus (intraveneus, in een bloedvat) of als neusspray voor thuisgebruik.
Meer weten? Lees meer informatie over het gebruik en de bijwerkingen op Apotheek.nl.
Disclaimer | Privacybeleid | Sitemap | Website door E-wolve
